Naar boven ↑

Rechtspraak

Kantoorgenoot trad op voor klaagster; lid 3, redelijke bezwaren

In het algemeen mag een advocaat niet optreden tegen een voormalige cliënt. Een advocaat dient immers te vermijden dat hij in een belangenconflict zou kunnen geraken ten opzichte van zijn voormalige cliënt, terwijl deze voormalige cliënt ervan uit moet kunnen gaan dat vertrouwelijke informatie over hemzelf en de door die advocaat voor hem behandelde zaak, niet tegen hem zal worden gebruikt. Dit laatste vloeit reeds voort uit de op een advocaat rustende verplichting tot geheimhouding. Het is al klachtwaardig indien de advocaat vertrouwelijke informatie die hij van een cliënt heeft gekregen, zou kunnen gebruiken in een situatie waarin dit niet in het belang is van zijn voormalige cliënt. Voor de beoordeling van de klachtwaardigheid is daarbij niet doorslaggevend of die informatie daadwerkelijk is gebruikt. De ratio van het bepaalde in gedragsregel 7 lid 5 is dat de advocaat zich niet mag begeven in de situatie waarin hij de kans loopt ten koste van zijn cliënt in een belangenconflict te geraken. In het licht van deze ratio acht het hof de volgende feiten en omstandigheden van belang (…) Op grond hiervan is het hof van oordeel dat verweerder zich heeft begeven in een situatie (namelijk het op grond van een eerdere advocaat-cliënt relatie hebben van voorkennis over onderhandelingsstrategie van klaagster die nu wederpartij is, de toenmalige verwevenheid tussen de klaagster en X B.V., het tegenstrijdige belang tussen deze partijen en de grote gevolgen die de juridische kwestie voor klaagster kon hebben en het door klaagster aan verweerder kenbaar gemaakte bezwaar tegen zijn optreden) waarin hij de kans liep ten koste van zijn voormalige cliënte in een belangenconflict te geraken. Klaagster had daarom redelijke bezwaren als bedoeld in het derde voorwaarde genoemd in gedragsregel 7 lid 5, waardoor het verweerder niet vrijstond tegen klaagster op te treden.