Naar boven ↑

Rechtspraak

Verifiëren of achterman wel machtiging had gegeven

Gedragsregel 35

Onder de gegeven omstandigheden mocht verweerster de mededelingen van mevrouw F., directeur van Stichting P., opvatten in die zin dat zij zich mede namens de individuele cliënten van Stichting P. tot verweerster wendde. Gezien de moeilijke bereikbaarheid en de sociaal mindere vaardigheid van de cliënten van de Stichtingen, de specifieke doelomschrijving van de Stichtingen (…) en de spoedeisendheid van de opdracht die verweerster van de directeur van Stichting P. ontving alsmede gezien de stukken die verweerster van haar had ontvangen, heeft verweerster niet in strijd gehandeld met wat een behoorlijk advocaat betaamt, door de brieven aan klaagster te verzenden, voordat verweerster had geverifieerd of iedere afzonderlijke cliënt aan Stichting P., meer in het bijzonder aan haar directeur, mevrouw F., toestemming had gegeven ieder van hen te vertegenwoordigen bij het verstrekken van de opdracht aan verweerster. Bovendien is vast komen te staan dat de individuele cliënten van Stichting P. de opdracht aan verweerster hebben bekrachtigd kort nadat de brieven waren verzonden.