Naar boven ↑

Rechtspraak

Twee advocaten klagen over de handelwijze van verweerder, waarbij klaagster niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar klachten wegens ontbreken van een eigen belang daarbij. Wat betreft klager is de raad van oordeel dat verweerder jegens hem in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 15 lid 1 (oud) door niet gelijktijdig verschillende stukken aan de rechter als ook aan klager toe te sturen, alsmede heeft verweerder in strijd gehandeld met gedragsregel 12 (oud) door confraternele correspondentie, zonder toestemming van klager, in het geding te (laten) brengen. De gestelde persoonlijke omstandigheden aan de zijde van verweerder kunnen geen rechtvaardiging zijn dat hij onvoldoende toezicht heeft kunnen houden of zijn medewerkers de hun opgedragen taken tijdens zijn afwezigheid op juiste wijze hebben verricht. Verweerder had in die omstandigheden de noodzakelijke maatregelen tot vervanging moeten nemen als verantwoordelijk advocaat. Van spreken van onwaarheid door verweerder, waardoor de rechter is misleid, is de raad niet gebleken. Voorwaardelijke schorsing voor drie maanden, mede vanwege bekendheid van de raad met acht gelijktijdig lopende klachtzaken jegens deze verweerder met hetzelfde patroon, waarvan 7 eveneens op 11 juni 2018 (grotendeels) gegrond zijn geoordeeld.