Naar boven ↑

Rechtspraak

Maatstaf rechtstreeks contact met de cliënt

In de door klagers genoemde uitspraak heeft het hof onder meer overwogen dat een cassatieadvocaat die wordt benaderd door de advocaat die de zaak in feitelijke instanties heeft behandeld en van deze de opdracht krijgt een cassatieadvies uit te brengen, in beginsel alleen contact behoeft te onderhouden met de opdracht gevende advocaat (‘correspondent’). Door deze in cassatiezaken algemeen gangbare werkwijze worden de belangen van de cliënt niet geschaad. Het hof heeft daarbij echter ook overwogen dat de cliënt, indien hij met bepaalde vragen of problemen blijft zitten, zich altijd rechtstreeks tot de cassatieadvocaat moet kunnen wenden, en dat deze daarop ook zal moeten ingaan. Ook bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat de cassatieadvocaat zich in zijn communicatie over de zaak niet mag beperken tot de correspondent, maar zelf rechtstreeks in contact moet treden met de cliënt. Hoewel deze uitspraak dateert uit 2006, is de beschreven werkwijze niet gewijzigd. Het hof heeft evenmin aanleiding thans anders te oordelen over de omstandigheden waarin de cassatieadvocaat open dient te staan voor rechtstreekse communicatie met de cliënt om wiens zaak het gaat.

Het hof is van oordeel dat, hoewel een cassatieadvocaat in het algemeen open dient te staan voor rechtstreekse communicatie met de cliënt wanneer deze daarom vraagt (zie hiervoor), verweerder in dit geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door niet inhoudelijk met klaagster in discussie te willen gaan. Daarbij neemt het hof in het bijzonder in aanmerking dat verweerder zich in de korte tijd die hem werd gegund de nodige inspanningen had getroost om zijn negatieve inschatting van de kans op succes van een cassatieberoep toe te lichten, ook aan de hand van nader door klager aangedragen argumenten, en dat verweerder op grond van de inhoud van de e-mail van mr. V van die ochtend mocht menen dat de inzet van het door klaagster geïnitieerde telefoongesprek niet was nadere uitleg te verkrijgen over die inschatting, maar verweerder alsnog zover te krijgen cassatieberoep in te stellen. Nog daargelaten dat het instellen van cassatieberoep, naar verweerder heeft verklaard, op dat moment praktisch gezien niet meer mogelijk was, was verweerder daartoe gelet op zijn inschatting van de cassatiekansen echter niet gehouden.