Rechtspraak
Gelet op de aard van een conservatoire maatregel, behoefde verweerder klager niet op voorhand te informeren alvorens tot betekening van het beslagrekest over te gaan, zodat hijĀ niet in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 19 (oud). Evenmin sprake van rauwelijks dagvaarden door verweerder, omdat klager nog voldoende tijd voor beraad had, alhoewel sprake was van weinig welwillendheid van verweerder. Verweerder heeft naar het oordeel van de raad met de door hem gekozen bewoordingen in het beslagrekest en in de dagvaarding diverse onjuiste feiten geponeerd, waardoor de (voorzieningen)rechter mogelijk op het verkeerde been is gezet Dat een collega daarin werkzaamheden voor verweerder heeft gedaan, disculpeert verweerder niet. Verweerder heeft naar het oordeel van de raad ook het vereiste van extra zorgvuldigheid bij het verstrekken van juiste informatie in het beslagrekest geschonden (gedragsregel 30 oud). Het niet meebetekenen van producties bij een dagvaarding is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, maar verweerder had die producties daarna gelijktijdig aan de rechter en aan de advocaat van klager moeten sturen, omdat hij wist, dan wel had kunnen weten, dat klager werd bijgestaan door een gemachtigde. Daarmee heeft verweerder in strijd gehandeld met gedragsregel 15 lid 1 (oud) en onnodig de belangen van klager geschaad. Voorwaardelijke schorsing voor drie maanden, mede vanwege bekendheid van de raad met acht gelijktijdig lopende klachtzaken jegens deze verweerder met hetzelfde patroon, waarvan 7 eveneens op 11 juni 2018 (grotendeels) gegrond zijn geoordeeld.