Naar boven ↑

Rechtspraak

Geen doorbreking appelverbod van artikel 47h lid 4 (thans lid 7) Advocatenwet. De enkele omstandigheid dat de raad in de visie van klager ter zake van de verweten gedraging een onjuiste afweging heeft gemaakt tussen vorm en inhoud levert geen grond voor doorbreking op. Er is niet gebleken van schending van een fundamenteel rechtsbeginsel door de raad. Klager is niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.