Rechtspraak
Klaagster, een vennootschap, heeft in deze klachtzaak verweerster (toen nog advocaat) beklaagd en gelijktijdig het hele advocaten- en notarissenkantoor (17-679) en haar toenmalige collega mr. D (17-680). Klaagster is met haar incassozaak naar mr. D gegaan, welke incassozaak kort daarna, met instemming van klaagster, is overgedragen aan verweerster.
Na een voor klaagster gunstig vonnis, heeft verweerster klaagster op zorgvuldige wijze geïnformeerd over de te nemen stappen bij beslaglegging op de verschillende roerende zaken van de wederpartij, klaagster daarbij meermaals en in duidelijke bewoordingen gewezen op de verschillende risico’s en het kostenplaatje daarvan. Klaagster heeft met die werkwijze ook ingestemd, zodat verweerster klaagster in zoverre naar behoren heeft bijgestaan. Het verdere verwijt, dat verweerster na kennisname van de door haar opgevraagde uittreksels uit het Octrooiregister klaagster niet meteen heeft gewaarschuwd dat het beslag op de octrooien waardeloos zou zijn als de jaartaksen niet tijdig betaald zouden worden, oordeelt de raad gegrond. Verweerster heeft de informatie uit de uittreksel met betrekking tot de octrooien naar het oordeel van de raad onvoldoende geduid. Niet is gebleken dat verweerster (meteen) daarna informatie heeft ingewonnen, zo nodig bij een deskundige, dan wel actie heeft ondernomen dan wel klaagster heeft gewaarschuwd over het mogelijke risico van het vervallen van de octrooien bij niet tijdige betaling van de jaartaksen, hetgeen wel op haar weg had gelegen. Dat was vooral het geval nu in correspondentie van verweerster met klaagster steeds terugkwam dat octrooien lastig en ingewikkeld zijn en de aangezochte interne en andere notarissen de executieveiling niet wilden doen. De enkele omstandigheid dat er mogelijkerwijs geen sprake is van schade, omdat het wellicht niet mogelijk was dat een derde alsnog die jaartaksen zou betalen, speelt slechts een rol in het kader van eventuele schade in een civiele procedure, maar is niet doorslaggevend en toch verwijtbaar in een tuchtrechtelijk geding als de onderhavige. In zoverre heeft het handelen van verweerster niet voldaan aan de van haar als advocaat te verwachten kwaliteitseisen en oordeelt de raad deze klacht gegrond. Waarschuwing.