Rechtspraak
Klager heeft als indirect aandeelhouder en bestuurder van V toereikend rechtstreeks belang bij de zakelijke resultaten van V en bij de afwikkeling van het faillissement.
Ingevolge Gedragsregel 27 lid 7 mag een advocaat ter zake van nog niet in rechte vastgestelde vorderingen het faillissement van zijn cliënt niet aanvragen dan na overleg met de deken. Vast staat dat verweerder de deken niet heeft geraadpleegd. In de klachtzaak van klager tegen mr. B heeft het hof bij uitspraak van heden (onder zaaknummer 160167) geoordeeld dat zijn declaratievordering jegens V als onbetwist heeft te gelden en dat het hem vrijstond, om ter incasso van die vordering, het faillissementsverzoek door verweerder ingediend namens zijn cliënten, te ondersteunen. Het hof is van oordeel dat verweerder, net zomin als mr. B, door gebruik te maken van diens declaratievordering als steunvordering, niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daaraan doet niet af dat verweerder niet bij mr. B heeft geïnformeerd of hij de deken had geraadpleegd.