Rechtspraak
Art. 13 Aw
De termijn voor het instellen van cassatie tegen het arrest van het gerechtshof Den Haag van 13 juli 2016 en de vervolgens door de Hoge Raad verleende termijn van twee weken om een door een advocaat ondertekend verzoekschrift in te dienen zijn thans verstreken. Dit brengt met zich dat het beklag van klager moet worden afgewezen. Klagers doel, een rechtsmiddel instellen tegen de uitspraak van het gerechtshof, kan immers niet meer worden bereikt zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Daarbij heeft het hof ten overvloede opgemerkt dat de stukken zoals ter kennis zijn gebracht aan het hof niet leiden tot andere gevolgtrekkingen dan die in de bestreden beslissingen van de deken zijn weergegeven. De deken heeft de verzoeken van de klager naar het oordeel van het hof op juiste gronden afgewezen. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.