Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenbezwaar. Verweerder heeft de in het tussenvonnis gegeven termijn laten verlopen. Hierdoor heeft de heer A geen gebruik kunnen maken van de aan hem door de rechter geboden gelegenheid om bewijs te leveren, en zijn de vorderingen van Stadgenoot toegewezen. Aangezien het eindvonnis in eerste aanleg uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft Stadgenoot dit vonnis direct ten uitvoer kunnen leggen en is de woning van de cliënt van verweerder ontruimd. Daarnaast is niet gebleken dat verweerder zijn cliënt (tijdig) heeft geïnformeerd over het laten verlopen van de termijn, het ontruimingsvonnis en de procesrisico’s. Door te handelen zoals hij heeft gedaan heeft verweerder zich onbetamelijk gedragen. Dekenbezwaar grotendeels gegrond. De raad spreekt uit dat verweerder niet de zorgvuldigheid heeft betracht die bij een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt en legt aan verweerder een schorsing voor de duur van 16 weken op, waarvan 8 weken voorwaardelijk.