Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht over eigen advocaat. Verweerder is ernstig tekort geschoten in de kwaliteit van de dienstverlening die van hem als een redelijk handelend advocaat verwacht had mogen worden. Aangezien de voormalig werkneemster van klaagster zich verzette tegen het gegeven ontslag en een loonvordering had ingesteld bestond er een risico dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in rechte geen stand zou houden. Desondanks heeft verweerder niet getracht de arbeidsovereenkomst in onderling overleg te beëindigen, noch heeft verweerder tijdig een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. Ruim een jaar na het gegeven ontslag heeft verweerder een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, welk verzoek is afgewezen. Verweerder heeft klaagster vervolgens niet op de hoogte gebracht van deze beschikking en de appeltermijn zonder voorafgaand overleg met klaagster laten verstrijken. In het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank waarbij de loonvordering van de voormalig werkneemster van klaagster was toegewezen heeft verweerder een beroepsfout gemaakt door de termijn voor het dienen van grieven ongebruikt te laten verlopen. Ook heeft verweerder niet of onvoldoende gereageerd op de rechtmatige verzoeken van (de opvolgend advocaat van) klaagster. Klacht in alle onderdelen gegrond, onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van 26 weken.