Rechtspraak
Verzoek tot wraking van de behandelend kamer en de voorzitter van de wrakingskamer afgewezen. De wrakingskamer stelt vast dat verzoekster volhardt in haar handelwijze om het proces in haar zaken te verstoren en wederom misbruik maakt van het recht op wraking door op volstrekt ontoereikende gronden verzoeken in te dienen en de integriteit van de leden van het hof in twijfel te trekken. Het hof zal daarom - op grond van artikel 56 lid 6 Advocatenwet juncto artikel 515 lid 4 Wetboek van Strafvordering - bepalen dat een volgend verzoek tot wraking niet in behandeling behoeft te worden genomen.