Naar boven ↑

Rechtspraak

De wrakingskamer oordeelt dat verweerders wel degelijk getracht hebben rekening te houden met de belangen van verzoeker bij de bepaling van de datum waarop de klacht in hoger beroep zou worden behandeld en dat juist de beperkte beschikbaarheid van verzoeker en de (late) communicatie hierover door verzoeker voor verweerders aanleiding was vast te houden aan de vastgestelde behandeldatum. De verklaring die verzoeker voor zijn handelwijze geeft, namelijk dat “het” (verzoeker bedoelt kennelijk: “zijn”) leven dynamisch is en er voortdurend wisselingen plaatsvinden en dat hij sedert april 2016 zijn kantoor gesloten heeft en daarna gepensioneerd is, brengen niet mee dat wanneer tegen deze achtergrond verder uitstel niet wordt geaccepteerd, verweerders (schijn van) rechterlijke vooringenomenheid kan worden verweten. Volgt afwijzing van het wrakingsverzoek.