Naar boven ↑

Rechtspraak

Wel uitstel verlenen is geen schijn van partijdigheid

Verzoekers stellen in hun wrakingsverzoek dat het verzoek om uitstel door de deken te laat is gedaan en dat het onaanvaardbaar is dat hem dit uitstel door de griffier is verleend. Zij rekenen deze gang van zaken toe aan de voorzitter. De voorzitter heeft meegedeeld dat hij geen bemoeienis heeft gehad met het honoreren van het verzoek om uitstel en dat hij daarvan eerst na het indienen van het wrakingsverzoek in kennis is gesteld.

Een uitstelbeslissing als de onderhavige kan in objectieve zin niet leiden tot enige schijn van partijdigheid of vooringenomenheid van de voorzitter jegens verzoekers. Het verzoek van verzoekers de voorzitter en de griffier als getuige te horen in verband met hun stelling dat de handelwijze van de griffier dient te worden toegerekend aan de voorzitter wordt niet gehonoreerd.

(HvD 17 juli 2012, 6239 en 6273)