Naar boven ↑

Rechtspraak

Verweerder heeft in een procedure twee brieven met klager overgelegd en mocht dat naar het oordeel van de raad ook doen. Geen strijdigheid met gedragsregel 12. Verweerder heeft na vergeefs overleg met klager vooraf om bemiddeling door de deken gevraagd. Volgens de deken had de cliënt van verweerder in de gegeven omstandigheden een belang dat bepaaldelijk kon vorderen dat de gewraakte brieven door verweerder in de procedure zouden worden overgelegd. Gelet op dit advies van de deken in samenhang met het aannemelijke processuele belang van verweerder om de correspondentie over te leggen is de raad van oordeel dat verweerder de gewraakte correspondentie met klager in de procedure heeft mogen overleggen zoals door hem gedaan. Evenmin strijdigheid met gedragsregel 13, nu de raad uit de inhoud van de door klager bedoelde (letterlijke) tekst in de brief van 29 december 2015  niet is gebleken dat op dat moment (nog) sprake was van schikkingsonderhandelingen tussen partijen. Klager heeft dat verwijt onvoldoende onderbouwd die niet ter zitting is verschenen voor een noodzakelijk nadere toelichting daarop. Ongegrond.