Naar boven ↑

Rechtspraak

Misbruik, ongefundeerde achterdocht, dus geen zitting

Uit het aard, inhoud en woordkeuze van het wrakingsverzoek, concludeert het hof dat verzoeker met zijn wrakingsverzoek geen rechtens relevante bedoelingen nastreeft en slechts blijk geeft van een volstrekt ongefundeerde achterdocht, argwaan en wantrouwen jegens de leden van het hof. Het hof bestempelt het verzoek als misbruik van recht en ziet geen aanleiding om een zitting te houden voor de behandeling van het wrakingsverzoek. (…). Het verzoek tot wraking is kennelijk ongegrond. Op grond van (…) art. 515 lid 4 Sv bepaalt het hof dat een volgend verzoek tot wraking in de onderhavige zaak niet in behandeling behoeft te worden genomen.