Naar boven ↑

Rechtspraak

Cassatietermijn verstreken, cassatieadvocaat is niet verplicht cassatie in te stellen

De termijn voor het instellen van cassatie tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 januari 2018 en de vervolgens door de Hoge Raad verleende termijn van twee weken om een door een advocaat ondertekend verzoekschrift in te dienen zijn thans verstreken. Dit brengt met zich dat het beklag van klager moet worden afgewezen. Klagers doel, een rechtsmiddel instellen tegen de uitspraak van het gerechtshof, kan immers niet meer worden bereikt zodat aanwijzing van een advocaat voor dat doel zinloos is geworden. Reeds op die grond dient het beklag van klager te worden afgewezen. Daarbij wordt ten overvloede opgemerkt dat de deken het verzoek van klager naar het oordeel van het hof op juiste gronden heeft afgewezen. De deken heeft terecht overwogen dat aan klager wel rechtsbijstand is verleend, nu tot twee keer toe een cassatieadvies is uitgebracht. Dat hij het daar niet mee eens is, doet daaraan niet af. Anders dan klager kennelijk denkt, kan de deken een (cassatie)advocaat niet verplichten om een cassatieverzoek in te dienen dan wel een niet door hemzelf opgesteld processtuk te ondertekenen en in te dienen.