Naar boven ↑

Rechtspraak

In strafzaken toewijzen

De deken heeft het verzoek tot aanwijzing van een advocaat-raadsman afgewezen op de grond dat in de strafzaak van klager in hoger beroep vertegenwoordiging dan wel bijstand door een advocaat niet is voorgeschreven. …..

Het hof stelt vooraf vast dat, anders dan de deken tot uitgangspunt neemt, aanwijzing van een advocaat/raadsman in een strafzaak, hoewel de verdachte ook zelf zijn verdediging kan voeren, niet is uitgesloten. Indien rechtsbijstand door een advocaat niet is voorgeschreven, maar rechtsbijstand wel is toegelaten en alleen door een advocaat kan worden verleend (zoals in een strafzaak tegen een verdachte, anders dan bijvoorbeeld het artikel 12 Sv-geding, zie artikel 12f Sv), moet de deken een verzoek om aanwijzing van een advocaat in beginsel honoreren. …..Klager heeft aangegeven geen gebruik te kunnen maken van een advocaat die betalend voor hem optreedt, zodat hij is aangewezen op een toegevoegde advocaat. Voor de aanwijzing van een toegevoegde advocaat in een strafzaak was de deken indertijd niet bevoegd. Inmiddels is de wet gewijzigd. Per 1 januari 2015 is aan lid 1 van art. 13 de volgende passage toegevoegd: Ook indien de rechtzoekende naar het voorlopig oordeel van de deken in aanmerking komt voor verlening van rechtsbijstand ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Wet op de rechtsbijstand, wijst de deken een advocaat aan. Het hof gaat er vooralsnog vanuit dat klager in aanmerking komt voor een toevoeging.

In de memorie van toelichting (…) staat: (…).

Vorenstaande leidt ertoe dat klager van de deken in beginsel aanwijzing van een advocaat kan verlangen in de tegen hem lopende strafzaak in hoger beroep. Bijzondere omstandigheden kunnen aan de aanwijzing van een advocaat in de weg staan. In dit verband kan relevant zijn de vraag of de Raad voor Rechtsbijstand al eerder is overgegaan tot ‘toevoeging’ van een raadsman.

Het hof voegt hieraan toe dat van de door de deken aangewezen toegevoegde advocaat niet meer of anders kan worden verlangd dan wat voor elke toegevoegde advocaat geldt. In het bijzonder kan zo’n advocaat zijn werkzaamheden in omvang beperken indien de honorering daarvan daartoe noopt. Dit aspect is hier van belang omdat de Raad voor Rechtsbijstand, naar zeggen van klager, slechts bereid is 24 uur te financieren.

(HvD 6 maart 2017, 160295), vervolg: HvD 21 april 2017, 160295 (beklag alsnog ongegrond).