Naar boven ↑

Rechtspraak

Verzekeringsuitkering

(…) heeft de raad met recht geoordeeld dat klaagster niet kan worden ontvangen in haar klacht omdat zij een onredelijk lange termijn heeft laten verstrijken. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat klaagster, (…), kort voor het aangaan van schikking op 18 okt. 2007 ervan op de hoogte was dat in het uit te betalen lump sum-bedrag de advocaatkosten waren inbegrepen, wat tot geen andere conclusie kan leiden dan dat klaagster er toentertijd van op de hoogte was dat deze kosten niet afzonderlijk bij de verzekeringsmaatschappij in rekening waren gebracht of nog in rekening gebracht zouden gaan worden, en dat betaling daarvan van haar werd verlangd. In dit licht bezien moet ervan worden uitgegaan dat klaagster zich er al op 18 okt. 2007 bewust van was en heeft aanvaard dat de verzekeringsmaatschappij niet ook nog advocaatkosten zou dragen, naast het schikkingsbedrag. Zij had er vanaf dat moment over kunnen klagen dat verweerder de declaraties niet bij de verzekeraar had ingediend en zij had dat in ieder geval kunnen doen ten tijde van de eerdere klachtprocedure. Dat de definitieve einddeclaratie dateert van 16 febr. 2009 – die overeenstemt met de schatting gemaakt in de brief van 15 okt. 2007 – leidt niet tot een ander oordeel.