Naar boven ↑

Rechtspraak

Privéproblemen

Naar het oordeel van het hof heeft de raad terecht en op goede gronden – kort samengevat – overwogen dat de ernst van de verweten gedragingen, de volharding van verweerder in dat gedrag en zijn tuchtrechtelijk verleden geen andere keus laten dan de maatregel van schrapping. Eerdere schorsingen hebben immers niet geleid tot ander gedrag, vgl. HvD 11 juli 2016, 160025.

Daarbij komt dat verweerder zijn klachtwaardig handelen in deze tuchtrechtelijke procedures heeft willen verbloemen met aanhoudingsverzoeken en met onwaarheden. Dit alles brengt mee dat verweerder onwaardig is het beroep van advocaat nog langer uit te oefenen. Schrapping van het tableau is de enig passende maatregel, vgl. HvD 7 maart 2016, 7412.

Evenals de raad is het hof van oordeel dat enig perspectief op verbetering ontbreekt (appelgrond 2). Het hof heeft geen redenen gevonden (die zijn ook niet aangevoerd) waaraan vertrouwen kan worden ontleend dat verweerder praktijk zal kunnen voeren zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat mag worden verwacht. Naast dat blijkt van het ontbreken van enig inzicht in de (ernst van de) problematiek bij verweerder (hij heeft slechts aandacht voor zijn privéproblemen, niet voor de zaken van zijn cliënten), heeft hij evenmin adequate maatregelen genomen om de praktijkvoering te verbeteren, bijvoorbeeld door coaching, hoewel daar toch, gelet op hiervoor opgelegde maatregelen, alle aanleiding voor was.