Rechtspraak
Vanuit welke onderneming, hoedanigheid, financiƫle afspraken
Het hof rekent het verweerder zwaar aan dat hij de voor advocaten geldende regelgeving stelselmatig overtreedt en jegens de rechtzoekenden en cliënten willens en wetens nalaat duidelijkheid te verschaffen over zijn hoedanigheid als advocaat en nalaat de daarbij behorende verplichtingen, waaronder de met de cliënt te maken financiële afspraken, na te komen. Verweerder heeft evenals tijdens de zitting van de raad ook tijdens de zitting van het hof er geen blijk van gegeven dat hij inziet dat hij als advocaat gehouden is de Advocatenwet, de Verordening op de advocatuur en de Gedragsregels te eerbiedigen en na te leven. Verweerders handelen als advocaat is voor de cliënt onduidelijk en ondoorzichtig en is ondanks gevraagde opheldering voor het hof duister gebleven. Verweerder heeft daarmee de bijzondere positie die een advocaat in de rechtsbedeling inneemt, miskend. De ernst van de overtredingen weegt des te zwaarder nu verweerder naar eigen zeggen ter zitting ter zake vergelijkbaar handelen in 1993 door de raad reeds werd veroordeeld onder oplegging van de maatregel van schrapping, welke maatregel door het hof destijds is omgezet in een schorsing. Het standpunt van verweerder dat hij kort gezegd een hoger doel dient in het belang van de rechtzoekende doet het hof vrezen dat hij zijn toelaatbare handelwijze zal blijven voortzetten. Verweerder laat het hof dan ook geen andere keuze dan verweerder de maatregel van schrapping op te leggen.