Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht tussen ex-compagnons. Partijen hebben gedurende een periode van ruim een jaar een samenwerkingsverband gehad. Klager beschuldigt verweerder van financiƫle malversaties. Verweerder zou zich bij de financiƫle afwikkeling ten nadele van klager hebben bevoordeeld, zich schuldig hebben gemaakt aan valsheid in geschrifte, de rechtbank willens en wetens valselijk onjuist hebben voorgelicht, onbevoegd beheershandelingen hebben verricht en klager ten onrechte de toegang tot de kantooradministratie hebben ontzegd. De zaak is eerder aangehouden in afwachting van het verdere verloop van een civielrechtelijk en een strafrechtelijk traject dat eveneens was ingezet en van de ontwikkelingen in het faillissement van de praktijkvennootschap van partijen. De raad verklaart alle klachten ongegrond nu door de curator geen malversaties zijn geconstateerd en evenmin is geconstateerd dat sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur. Voorts is op geen enkele wijze gebleken dat verweerder zich schuldig heeft gemaakt aan enig strafbaar feit en evenmin is komen vast te staan dat verweerder de rechtbank willens en wetens onjuist heeft voorgelicht. Er is sprake van een civielrechtelijk geschil, van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is niet gebleken.