Naar boven ↑

Rechtspraak

Wraking van de voorzitter op grond dat deze ter zitting, waarop het verzet werd behandeld, klager heeft ontzegd om nieuwe stukken aan de raad over te leggen. De voorzitter heeft dit gedaan met een beroep op de goede procesorde. De wrakingskamer acht de overweging dat overlegging in strijd zou zijn met een goede procesorde niet onbegrijpelijk, te meer niet daar uit het dossier blijkt dat in een eerdere oproepingsbrief van de griffier aan verzoekster is meegedeeld dat zij tot uiterlijk 14 dagen voor de zitting stukken kon indienen. De aanname van verzoekster dat de raad kennis heeft van stukken die door verweerster in het geding zijn gebracht onder de aanbeveling die niet in afschrift aan verzoekster te verstrekken, berust op een misvatting. De raad heeft de aanbeveling niet gevolgd en heeft de bewuste brieven aan het dossier toegevoegd.

Wrakingsverzoek afgewezen.