Naar boven ↑

Rechtspraak

Dekenklacht

Naar aanleiding van een bezwaar van een cliënte van verweerder heeft een begrotingsprocedure betreffende twee declaraties plaatsgevonden. De Raad van Toezicht heeft ten aanzien van beide declaraties overwogen dat verweerder excessief had gedeclareerd. Een declaratie wordt gematigd van 3005 minuten tot 755 minuten. De tweede declaratie wordt gematigd met 1045 minuten. Een deel van de tweede declaratie vormde onderdeel van een klacht van de cliënte die eerder door de raad is beoordeeld en gegrond bevonden.

De deken beperkt de klacht wegens excessief declareren tot de eerste declaratie. Hierom wordt een beroep van verweerder op het ne bis in idem beginsel verworpen. Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op de beslissing van de Raad van Toezicht te reageren en heeft geen rechtsmiddel ex artikel 33 Wet Tarieven in burgerlijke zaken aangewend.

De raad oordeelt dat verweerder met de eerste declaratie excessief heeft gedeclareerd en acht de klacht gegrond. Maatregel: daar de raad niet uitsluit dat bij de eerder bedoelde beslissing op de klacht van de cliënte van verweerder rekening is gehouden met de beslissing van de Raad van Toezicht als geheel wordt volstaan met gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel.