Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorzittersbeslissing. Verwijt is dat verweerder verzuimde in een gerechtelijke procedure melding te maken van het feit dat zijn cliƫnt in surseance van betaling kwam te verkeren. Klacht kennelijk niet ontvankelijk vanwege tijdsverloop twee jaar en vijf maanden. Verweerder hoefde in de gegeven omstandigheden geen rekening meer te houden met het indienen van de klacht. Tevens is klacht kennelijk ongegrond nu deze onvoldoende vast is komen te staan.