Naar boven ↑

Rechtspraak

Klacht dat verweerster tijdens de onderhandeling met de wederpartij buiten het van klager verkregen onderhandelingsmandaat is getreden en daardoor afspraken heeft gemaakt waarmee klager zich niet kan verenigen; voorts dat verweerster tijdens het onderhandelingsgesprek onvoldoende overleg met klager heeft gepleegd en geen bedenktijd voor klager heeft bedongen; voorts dat verweerster klager niet heeft geïnformeerd over een regeling waarin klager aanspraak zou maken op een WW-uitkering; tenslotte dat verweerster aanvankelijk meer aan klager in rekening heeft gebracht dan het bij de werkgever bedongen bedrag.

De raad is van oordeel dat verweerster geen verwijt treft dat in de bespreking met de werkgever een onderhandelingsresultaat is bereikt dat afwijkt van een eerdere mail van klager. Voorts is niet aannemelijk geworden dat de zorgvuldigheid meebrengt dat verweerster, gezien het verloop van de onderhandeling, een bedenktijd voor klager had moeten bedingen. Uit e-mails van klager aan verweerster blijkt dat klager bekend was met de mogelijkheid van een regeling waarin een beëindigingsvergoeding met toepassing van de kantonrechtersformule en een WW-uitkering aan de orde komen. Verweerster treft geen verwijt dat zij klager niet voldoende heeft geïnformeerd.

Naar aanleiding van een bezwaar van klager heeft verweerster haar declaratie gematigd tot het bedrag dat bij de werkgever bedongen was. Ook in zoverre is de klacht ongegrond.

Klacht in alle onderdelen ongegrond.