Naar boven ↑

Rechtspraak

 De klacht van mr. B., klager in de zaak 09-304 A tevens verweerder in de zaak 09-311U, houdt in dat verweerder mr. H., raadsman van klagers H. in 09-311U, stelselmatig een aantal kwetsende en grievende uitlatingen over klager mr. B. heeft gedaan. De uitlatingen verdienen op zichzelf geen schoonheidsprijs , maar moeten worden gezien in de hitte van het debat. Mede in die omstandigheden is er geen sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen. Klacht ongegrond.