Update
Onder het kopje ‘Selectie uitspraken door de NOvA’ wordt toegelicht waarom de uitspraken zijn geselecteerd. Door te klikken op het ECLI-nummer wordt u doorgeleid naar de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Onder het kopje ‘Samenvattingen’ vindt u de samenvattingen die door de tuchtcolleges ten behoeve van de publicatie zijn gemaakt. Deze samenvattingen zijn ook te vinden in de database NOvA Tuchtrecht Updates.
Selectie uitspraken door de NOvA
ECLI:NL:TAHVD:2025:6: Schorsing wegens structureel niet reageren en gebrek aan medewerking
Deze zaak betreft een klacht van een collega-advocaat en een dekenbezwaar tegen verweerder. De kern van beide verwijten is dat verweerder gedurende bijna drie jaar herhaaldelijk heeft nagelaten adequaat te reageren op e-mails en verzoeken om verrekening van een toevoeging en betaling van een declaratie. Ook na inschakeling van de deken bleef een inhoudelijke reactie uit. Verweerder heeft zich inmiddels laten uitschrijven van het tableau.
De raad heeft zowel de klacht als het dekenbezwaar gegrond verklaard en verweerder de maatregel van schrapping opgelegd. De raad achtte zwaarwegend dat verweerder niet alleen klaagster maandenlang aan het lijntje hield, maar ook niet meewerkte aan het dekenonderzoek en daarmee gedragsregel 29 en de kernwaarde integriteit schond. Daarnaast moeten advocaten op grond van gedragsregel 24 streven naar een onderlinge verhouding die berust op welwillendheid en vertrouwen. Daarbij speelde mee dat verweerder eerder ernstige maatregelen opgelegd had gekregen en geen verbetering liet zien.
Het hof vernietigt de schrapping, maar bevestigt dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het hof weegt mee dat verweerders persoonlijke omstandigheden een deugdelijk functioneren als advocaat onmogelijk maakten. Toch rekent het hof verweerder aan dat hij geen maatregelen trof om zijn praktijk op orde te brengen. Alles afwegend legt het hof een onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken op. Het hof legt verweerder diezelfde dag in een andere klachtzaak en dekenbezwaar ook een onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken op, zodat verweerder in totaal voor de duur van 52 weken zal worden geschorst op het moment dat hij weer zou worden toegelaten als advocaat.
ECLI:NL:TADRAMS:2025:16: Waarschuwing wegens onvoldoende schriftelijke communicatie
Deze zaak betreft een klacht tegen de eigen advocaat. Klager en wijlen zijn echtgenote zijn verwikkeld geraakt in een juridische procedure met hun dochter en de aan haar gelieerde vennootschap. Zij zijn door verweerder bijgestaan in deze procedure. Klager verwijt verweerder dat hij een bedrag op zijn derdengeldenrekening heeft verrekend met vermeende openstaande declaraties, terwijl klager geen toestemming heeft gegeven voor verrekening. Daarnaast verwijt klager verweerder dat hij declaraties voor verrichte werkzaamheden van enkele jaren geleden heeft gestuurd waarover klager niet eerder is geïnformeerd en welke werkzaamheden volgens klager ook niet voor hem zijn verricht.
De raad overweegt dat in de opdrachtbevestiging van verweerder weliswaar staat dat volmacht wordt gegeven om openstaande declaraties met ontvangen derdengelden te verrekenen, maar in die opdrachtbevestiging staat ook dat hierover vooraf contact wordt opgenomen in verband met instemming. Volgens verweerder is dit ook gebeurd in de vorm van een telefoongesprek, maar klager betwist dit. Verweerder had de instemming van klager schriftelijk moeten vastleggen of bevestigen om discussie achteraf te vermijden. Dit lag op de weg van verweerder als advocaat. Door dit na te laten heeft verweerder de onduidelijkheden die nu zijn ontstaan, niet voorkomen en kan niet worden vastgesteld dat klager akkoord is gegaan met de verrekening. Daarmee is verweerder tekortgeschoten en dat kan hem tuchtrechtelijk worden aangerekend.
Ook voor wat betreft de klacht over de verrichte werkzaamheden en de declaraties is de raad van oordeel dat verweerder beter schriftelijk had moeten communiceren. Volgens verweerder heeft hij klager mondeling steeds op de hoogte gehouden van zijn verrichte werkzaamheden en de bijbehorende declaraties, maar klager betwist dit en verweerder heeft nagelaten een schriftelijke verantwoording bij te houden. Dat had wel van verweerder mogen worden verwacht en door dit niet te doen heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
De raad acht de klacht gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond en legt verweerder een waarschuwing op.
ECLI:NL:TADRARL:2025:26: Voorwaardelijke schorsing wegens schending gedragsregel 16
Deze zaak betreft een klacht van een voormalige cliënte tegen de eigen advocaat. Klaagster verwijt verweerder dat hij haar niet tijdig heeft geïnformeerd over een arrest van het gerechtshof waardoor zij schade heeft geleden. Daarnaast reageerde verweerder niet op herhaalde terugbelverzoeken van klaagster.
De raad oordeelt dat verweerder in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 16, waaruit volgt dat het tot de taak van de advocaat behoort om belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt te bevestigen. Verweerder had daarom het arrest direct moeten doorsturen en op de dringende verzoeken van klaagster moeten reageren. Door dit na te laten is verweerder ernstig tekortgeschoten in zijn informatieplicht. In het nadeel van verweerder weegt mee dat hij eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld. De raad legt een voorwaardelijke schorsing van twee weken op, met als bijzondere voorwaarde dat verweerder aan klaagster een vergoeding van € 2.500 zal betalen.
ECLI:NL:TAHVD:2025:18: Lichtvaardig ingediende klacht wordt niet in behandeling genomen
Klager heeft een klacht ingediend tegen een stafjurist-advocaat van een ordebureau. Namens deze orde van advocaten is aan de voorzitter van het hof verzocht de klacht gelet op artikel 46c lid 5 Advocatenwet in verbinding met artikel 12.1 Procesreglement Hof van Discipline in behandeling te nemen en naar een deken van een andere orde te verwijzen.
De voorzitter wijst op een eerdere beslissing waarin het hof heeft overwogen dat het klachten van deze klager tegen dekens niet meer in behandeling neemt. Het hof heeft klager ook eerder per brief erop gewezen dat klachten gericht tegen dekens niet meer voor onderzoek verwezen zullen worden. Redengevend is dat klager op lichtvaardige gronden gebrekkig gemotiveerde en daarmee lastig te begrijpen klachten indient.
De voorzitter stelt vast dat de onderhavige klacht zodanig gebrekkig is geformuleerd dat deze als onbegrijpelijk en daarmee lichtvaardig ingediend moet worden gekwalificeerd. Met deze klacht maakt klager naar het oordeel van de voorzitter misbruik van de toegang tot het klachtrecht. De voorzitter wijst daarom het verzoek tot verwijzing van de klacht tegen verweerder af en wijst klager erop dat hij er rekening mee moet houden dat volgende, vergelijkbare klachten gericht tegen dekens of advocaat-medewerkers van de ordebureaus niet in behandeling zullen worden genomen.
Samenvattingen (bron: tuchtcolleges)
2. Eigen advocaat
-
Raad van Discipline Amsterdam
Klacht tegen eigen advocaat. Klacht gedeeltelijk gegrond. Verweerder heeft zijn declaraties verrekend met voor klager ontvangen derdengelden. Volgens verweerder heeft klager (mondeling) ingestemd met de verrekening tijdens een telefoongesprek, maar klager betwist dit. De raad oordeelt dat verweerder de instemming van klager schriftelijk had moeten vastleggen of bevestigen, om discussie achteraf te vermijden. Dit lag op de weg van verweerder als advocaat. Door dit na te laten, heeft verweerder de onduidelijkheden die nu zijn ontstaan, niet voorkomen en kan niet...
2025-01-27
(Zaaknummer: 24-669/A/A, ECLI:NL:TADRAMS:2025:16, TR-2025-0081) -
Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden
Klacht over eigen advocaat. De raad heeft vastgesteld dat verweerder heeft nagelaten om een arrest van het gerechtshof aan klaagster, zijn cliënte te sturen. Door dat nalaten is klaagster pas op het moment van de betekening door de deurwaarder op de hoogte gekomen van dat arrest, waarbij een in het voordeel van klaagster gewezen vonnis van de kantonrechter is vernietigd en klaagster is veroordeeld tot betaling van een substantieel bedrag. De dagen na die betekening heeft klaagster geen contact met...
2025-01-27
(Zaaknummer: 24-460/AL/OV, ECLI:NL:TADRARL:2025:26, TR-2025-0113) -
Hof van Discipline
In deze zaken gaat het om de klacht van klager en het dekenbezwaar van de deken, die er in de kern op neerkomen dat verweerder voortdurend nalaat adequaat te reageren op e-mails en verzoeken die hij als advocaat ontving. Net als de raad acht het hof zowel de klacht als het dekenbezwaar gegrond. Door de raad is aan verweerder de maatregel van schrapping opgelegd. Verweerder richt zijn hoger beroep met name tegen deze opgelegde maatregel. Gelet op de feiten en...
2025-01-10
(Zaaknummer: 240056, ECLI:NL:TAHVD:2025:6, TR-2025-0014)
